Zoals we al een aantal weken vreesden is het resultatenseizoen van start gegaan met een flink aantal teleurstellingen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, met name in de groei- en defensieve sectoren, die sinds het begin van het jaar de wind in de zeilen hadden.
Zo publiceerde SAP cijfers die achterbleven bij de verwachtingen, vooral wat betreft de winstmarge en het bruto-exploitatieoverschot. Maar de Duitse groep ziet vooral de groei van zijn cloud-activiteiten fors dalen: 15% tegenover 26% in het eerste kwartaal. RICHEMONT stelde zwaar teleur wat betreft omzetgroei, die uitkwam op 3%, terwijl de consensusverwachting op 5% lag. Het Britse bedrijf ASOS heeft voor de derde keer in acht maanden een winstwaarschuwing afgegeven, en stelde zijn winstverwachtingen wederom naar beneden bij. De reus NETFLIX verloor abonnees in de Verenigde Staten, voor het eerst in zijn historie, en haalde wereldwijd amper de helft van het verwachte aantal nieuwe klanten binnen. Verder stelde BRENNTAG zijn winstverwachtingen naar beneden bij, boekte TEMENOS ondermaatse resultaten en kende PUBLICIS opnieuw een slecht kwartaal.
Er waren echter ook bedrijven die goede resultaten bekendmaakten, zoals ASML, BURBERRY en MICROSOFT. Maar over het algemeen is deze eerste week niet bepaald bemoedigend. De reactie van de markten viel nochtans mee. Ondanks hoge waarderingen, uitgezonderd buitengewone gevallen als ASOS, was de omvang van de correcties als gevolg van de publicaties vrij beperkt. Talloze effecten sloten de voorbije week bovendien hoger af dan hun koersniveau na de publicaties. Het lijkt erop alsof deze resultaten, die nochtans voortvloeien uit slechtere macro-economische cijfers, voor beleggers geen reden waren voor bezorgdheid.
Het wordt saai, maar de verklaring blijft dezelfde: het optreden van de centrale banken! De garanties die met name de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) in de eerste helft van het jaar boden, blijven fungeren als vangnet. Temeer daar ze hun verruimende opstelling afgelopen week opnieuw hebben bevestigd. Zo werd bekend dat de ECB de mogelijkheid bestudeerde haar inflatiedoelstelling bij te stellen. Met andere woorden: de bank zou de doelstelling van 2% in de toekomst kunnen beschouwen als een referentiewaarde waaromheen de inflatie fluctueert, en niet langer als een plafond dat niet mag worden overschreden. Hiermee zou een inflatie hoger dan 2% tijdelijk aanvaardbaar zijn, zonder dat ingrijpen noodzakelijk is, en kan de bank haar accommoderende beleid dus langer handhaven.
Ook de Fed liet van zich horen. De voorzitter van de Fed in New York, John C. Williams, pleitte voor “krachtige preventieve maatregelen”, en kreeg daarin bijval van de vicevoorzitter van de centrale bank, Richard Clarida, die het niet nodig achtte op een verdere verslechtering van de economie te wachten om “een krachtig rentesignaal af te geven”. Deze uitlatingen werden door sommige beleggers geïnterpreteerd als een aankondiging dat de rente aan het einde van de maand met 0,50% zal worden verlaagd (en niet met slechts 0,25%). De waarschijnlijkheid dat deze optie de voorkeur krijgt steeg naar 36,5%, tegenover 17,5% een week daarvoor. La Financière de l’échiquier vindt dat scenario echter overdreven. Terwijl het resultatenseizoen in volle gang is, lijken de markten, tot slot, enkel oog te hebben voor de komende vergaderingen van de ECB (25 juli) en de Fed (31 juli).
Δ
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
© 2012 - 2022 MijnKapitaal.be