Groenflatie is een nieuwe term die pijn zal doen

De groene transformatie zal tot verstoringen en hogere prijzen voor energie leiden. Dit zal doorwerken in huishoudens en bedrijven op een manier die we al lang niet meer hebben gezien.

De rentegevoeligheid is in een stroomversnelling gekomen, waardoor de waardering van Amerikaanse technologieaandelen gedaald is, en dat geldt nog sterker voor de meest speculatieve aandelen.  Ons mandje met bubbleaandelen is dit jaar met 11,4% gedaald bij het slot van verleden week vrijdag zegt Peter Garnry, Hoofd Aandelenstrategie, Saxo Bank.

Terwijl gedurende het grootste deel van 2021 sprake was van een tijdelijke inflatie, werd de markt verrast door het besluit van de Fed om de inflatie niet langer te voorspellen en door het feit dat de Fed onlangs in de notulen van het FOMC een nerveuzer geluid over de inflatie liet horen. De rentevooruitzichten zijn aan het veranderen en meer marktdeelnemers beginnen warm te lopen voor onze stelling van begin vorig jaar dat de inflatie niet tijdelijk zal worden. Ofwel door basiseffecten, maar het inflatieniveau zal zich stabiliseren op een hoger niveau dan wat wij in de afgelopen 25 jaar hebben waargenomen. Zoals Javier Blas van Bloomberg onlangs schreef in dit geweldige artikel Greenflation Is Very Real and, Sorry, It’s Not Transitory, erkent zelfs Isabel Schnabel van de ECB dat de groene transformatie tot verstoringen en hogere energieprijzen zal leiden. Dit zal doorwerken in huishoudens en bedrijven op een manier die we lange tijd niet hebben gezien.

Als we de groene transformatie vervolgens koppelen aan a) hernieuwbare energie die momenteel niet schaalbaar genoeg is om aan onze energiebehoeften te voldoen, en b) zeer lage investeringsniveaus in de mondiale energiesector over een periode van 7 jaar, dan hebben we het recept voor hoge energieprijzen over een langere periode. Als de markt eindelijk door deze realiteit wakker wordt geschud, dan zullen aandelen niet alleen te maken krijgen met hogere prijzen, maar mogelijk ook met lagere operationele marges als gevolg van hogere inputkosten zoals energie, metalen en, nog erger, arbeid.