Pensioensparen en langetermijnsparen zijn twee manieren om fiscaal voordelig een appeltje voor de dorst op te bouwen. Pensioensparen werd op deze site al uitvoerig behandeld (gebruik onze zoekmachine); dit artikel gaat over langetermijnsparen.
Langetermijnsparen kan door middel van een gewone levensverzekering, naar keuze met of zonder kapitaalbescherming. Het maximale bedrag voor fiscale aftrek hangt af van je netto belastbaar beroepsinkomen, en is momenteel (2017) geplafonneerd op €2260. Dit is hoger dan de €940 (€1200 vanaf 2018) van het pensioensparen, maar heeft de beperking dat eventuele ingebrachte sommen van een hypothecair krediet en schuldsaldoverzekering ook in die pot van maximaal €2260 vallen.
Een kennis van me heeft geen hypothecaire lening meer lopen, en wil maximaal gebruik maken van fiscale voordelen. Langetermijnsparen is hier de aangewezen formule.
De bank stelt hem een verzekering voor op basis van een risicoloos product. De stortingen genieten een fiscale teruggave van 30%, vermeerderd met de gemeentelijke opcentiemen. Nemen we 8% als voorbeeld (dit hangt af van woonplaats tot woonplaats), dan komt daar 8% van 30% bij, dus in totaal een teruggave van 32,4%. De instapkosten bedragen 4%, er is de onvermijdelijke 2% verzekeringstaks, een vooropgesteld jaarrendement van 1,5% voor de Tak21, en de 10,8% heffing op de 60e verjaardag (10% vermeerderd met 8% opcentiemen).
Vluchtig wordt de berekening gemaakt:
Een fiscale opbrengst van 32,4%, min 4% instapkosten, min 2% verzekeringspremie, plus 1,5% Tak21 rendement, min 10,8% eindheffing geeft… 17,1% rendement.
Glimlach. Kan dit? Neen, uiteraard niet. We maken dit duidelijk met een simulatie.
We zijn ons bewust van de beperkingen van een simulatie: de wetgeving rond fiscaliteit verandert op het ritme van de regeringswissels en toekomstige rendementen en inflatie zijn niet te voorspellen. We baseren ons dus op gegevens van vandaag. De bedoeling is enkel om het verschil aan te tonen tussen de vluchtige rekensom hierboven en het echte jaarrendement op basis van dezelfde cijfers.
De tabel verderop berekent de volgende kolommen:
Leeftijd: na het afbetalen van de hypothecaire lening is de persoon 50 jaar geworden. De simulatie loopt tot 70 jaar.
Bruto inleg: het bedrag dat de persoon aan de bank moet afgeven, opdat het maximale bedrag voor fiscale aftrek zou overblijven na het betalen van de premietaks (2%) en instapkost (4%).
Netto inleg Tak21: het maximale bedrag voor fiscale aftrek, hier geïndexeerd aan 2,8% per jaar. Voor 2017 en 2018 werden die getallen echter bevrozen.
Fiscaal terug: de 30% plus de gemeentelijke opcentiemen (als voorbeeld 8% van 30%) = 32,4% die het jaar na de storting fiscaal teruggegeven wordt. Mensen die hun belastingaangifte laat indienen kunnen er langer op wachten.
Netto inleg per jaar: vermits er bruto geld afgegeven wordt aan de bank, maar fiscaal teruggekregen wordt van de staat, is de netto inleg per jaar het verschil tussen de twee.
Saldo Tak21: berekend aan een voorpgesteld jaarrendement van 1,5%.
Saldo virtuele spaarrekening: een methode om exacte rendementen te berekenen wanneer een wiskundige formule onmogelijk lijkt. De uitleg staat hier. In ’t kort: elke euro die we uitgeven of ontvangen in het kader van het langetermijnsparen, hadden we ook kunnen plaatsen op of afnemen van een spaarrekening. De eindvraag is dan: “Hoeveel rendement zou zo’n spaarrekening moeten geven om op het einde van de rit (70 jaar in de simulatie) hetzelfde saldo te tonen als ons Tak21 contract?”
Het Tak21 saldo dikt aan door enerzijds de jaarlijkse stortingen en anderzijds de 1,5% intrest. Op de 60e verjaardag wordt 10% afgehouden (plus gemeentelijke opcentiemen), in deze simulatie eenvoudigweg op de gehele bijeengespaarde som. Volgens de huidige fiscaliteit dienen eigenlijk enkel de gegarandeerde intrest, maar niet de winstdeelnames in rekening gebracht te worden voor de eindheffing.
Door het rendementsveld van de virtuele spaarrekening op 3,74% in te stellen, komt het eindsaldo overeen met dat van de Tak21.
3,74% Is hier het echte jaarrendement, een heel eind verwijderd van het vluchtig berekende 17,1%…
Slotbemerking: het maximale bedrag dat in aanmerking komt voor de 30% (plus opcentiemen) teruggave hangt af van jouw netto belastbaar beroepsinkomen. Grotere bedragen storten in langetermijnsparen is niet interessant, want het surplus komt niet in aanmerking voor fiscale teruggave, en wordt wel belast aan 10% (plus opcentiemen) op je 60e.
In de jaren 90 ontdekte ik dat ik meer rente op mijn spaarrekening kon krijgen bij een andere bank dan mijn huisbank. De volgende stap in de zoektocht naar meer rendement was het overhevelen van spaargeld naar kasbons en obligaties. Door vervolgens mijn beleggingshorizon te verruimen en op zoek te gaan naar beleggingen voor onbepaalde tijd, ben ik bij fondsen terechtgekomen. Dit paste perfect in mijn filosofie van spreiding over verschillende activa.
Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Als hier dus aan begint op je 61 ste, betaal je die 10,8 % dus niet ?
Contracten afgesloten na je 55ste worden na 10 jaar belast. Dus: afgesloten op je 61ste = belast op je 71ste.
Zelfs in dit virtuele voorbeeld, vind ik een finaal rendement van 3,74% nog niet zo slecht maar inderdaad, om je geld zulke lange tijd volledig vast te zetten is dit voor velen onvoldoende.
Onze First Fiscaal contracten… garanderen nog voor het vooropgestelde jaarlijks spaarbedrag (ligt contractueel vast van bij opening polis) een gegarandeerde opbrengst van 3,75%. Dat scheelt natuurlijk al met de 1,50% uit het voorbeeld. Daarnaast is de instapkost 0% (de vooropgestelde 4% is crazy, onacceptabel in de huidige stand van rentevoeten). Ik denk dat op die manier het rendement toch al veel beter zal zijn.
Misschien kom ik wel aan rond de 5% wat misschien toch voldoende is?
Voor mij wel, want dat is uiteindelijk maar een beperkt gedeelte van onze financiën en het maakt onderdeel uit van de “portefeuille Bescherming” dus het gedeelte dat je veiliger wilt beleggen en waarbij je aanvaardt dat het rendement dan ook iets lager is.
Bedankt voor een formules en uitleg. Het bevestigt mijn keuze om niet langer aan lange termijn sparen te doen en het geld zelf te beleggen. Voorlopig blijf ik wel pensioen sparen omdat die fondsen een degelijk rendement hebben.
Een paar maanden terug heb ik het ook nog eens bekeken, en zelfs info opgevraagd. Maar ik ben er echt nog niet uit. Het geld staat dan nog +/-20 jaar vast, brengt amper iets op, en zoals ook aangehaald kan de fiscaliteit nog heel vaak wijzigen. En dit is nooit in ons voordeel. De enige reden dat ik het zou doen, is om nog geld terug te krijgen van de belastingen. Nu mijn lening weggevallen is, is dat kantje-boortje. Ik sluit me aan bij Amber tree. ‘k Denk dat je beter het geld zelf kan beleggen in aandelen die een mooi dividend uitkeren, waarvan je de RV vanaf volgend jaar ook kan recupereren via je belastingbrief.
“Geld terugkrijgen van de belastingen” zou niet de motivator mogen zijn.
Een fiscaal contract langetermijnsparen vergelijken met een belegging in aandelen die een mooi dividend uitkeren, is in mijn ogen appels met peren vergelijken.
We hebben dan een compleet ander type belegging, waar een heel ander risico(profiel) aan vasthangt.
De RV recupereren…? Je bedoelt wellicht de vrijstelling van RV voorzien vanaf 2018. Ik citeer:
“Dividenden tot 627 euro worden vrijgesteld van roerende voorheffing (dit is de zogenaamde nieuwe wet Cooreman-De Clercq). Dat levert de belegger een bescheiden fiscaal voordeel van 188,10 euro op. Als het dividendrendement gemiddeld 3,5% bedraagt zijn aandelenportefeuilles tot bijna 18.000 euro volledig vrijgesteld van roerende voorheffing. Grotere aandelenportefeuilles zijn gedeeltelijk vrijgesteld. De maatregel heeft als doel om meer spaargeld te kanaliseren naar de reële economie en investeringen te stimuleren.”
Het gaat dus om een relatief bescheiden voordeel. En als je bijvoorbeeld ook aandelen van coöperatieve vennootschappen hebt (vb. Ecopower, Alterfin, enz.) mag je nog minder aandelen aanhouden tot aan jouw pensioen… tenminste als je er geen RV op wilt betalen.
“Geld terugkrijgen van de belastingen” OF “minder belastingen betalen”, het komt allemaal op hetzelfde neer. Niemand betaald ze graag, dus zoek je oplossingen. En mocht dat fiscale voordeel er niet zijn voor LTS, ik denk eerlijk gezegd dat het dan niet meer bestond. Het rendement is heel laag, en de (toekomstige) regering(en) kunnen de spelregels naar believen veranderen. Ondertussen kan je niet eens aan je geld. Net zoals bij de Volkslening, waar na 1 of 2 jaar de spelregels veranderd zijn. Het resultaat : Je kan het niet meer krijgen ! Ik heb geen glazen bol, weet niet wat de toekomst brengt, en om dan zomaar je geld +/- 20 jaar vast te zetten voor zo’n pover resultaat… Voor mij is het alleszins niet aanlokkelijk. Dividendaandelen hebben dan misschien wel een ander risicoprofiel, maar je kan ze ten alle tijden verkopen. En als ik aan dat bedrag kom, om tot 627 euro dividenden te komen, zal ik al heel blij zijn. Die 188.1 euro belastingvoordeel is dan misschien wel niet zoveel als velen met hun LTS halen, maar als ik het uitreken kom ik bij LTS ook maar aan iets meer dan 200 euro belastingvoordeel omdat ik niet voor het volledige maximale bedrag kan gaan. Zo moet ieder voor zich uitmaken waar hij/zij zich goed bij voelt, wat financieel mogelijk is, enz. En je geld zolang “vast” zetten, is daar voor mij niet bij.
Dat blijf ik ook doen. 2 jaren terug wel omgeschakeld naar Pensioenspaarfondsen aangezien de traditionele pensioenspaarformules op korte tijd nog maar 1% opbrachten. We kozen dan ook voor BNP Paribas B Pension Balanced, zoals hier als de betere gemeld. Rendement op die 2 jaren is alvast een heel stuk beter. Ben blij dat we het advies van MK hebben gevolgd.
Dit rendement is ondermaats in vergelijking met het alternatief van een kleine hypotheeklening van bijvoorbeeld 40.000€ op 10 jaar die je afsluit als je hoofdhypotheeklening afgelopen is. Je kan de aflossingen van jouw hypotheek in dezelfde fiscale korf inbrengen als je Tak21 lening en je kan het bedrag van 40.000€ verder blijven beleggen in de mixer/flexer aan een hoger rendement als deze tak21. Daarnaast heb je nog de fiscale terugbetaling van een deel van jouw lening en het feit van de gespreide terugbetaling van jouw facturen voor de verbouwing aan jouw huis waardoor dat je de lening met goedkoper geld terugbetaalt. Ik heb dit vorig jaar gedaan en het netto rendement van deze constructie bedraagt 9.13% in mijn geval rekening houdende met de kosten van de lening, een inflatie van 2% gemiddeld en een opbrengst van het kapitaal van 4% gemiddeld. In centen van 2016 betekent dit dat de facturen voor de verbouwingswerken aan mijn huis mij geen 40.000€ maar slechts 17.503€ gekost hebben in euros van 2016.
Zeker interessanter om via verbouwingswerken een beter ‘rendement’ te halen. Wij hebben geen lening meer en hebben al verschillende renovaties achter de rug (ook via hypotheeklening). Maar je kan natuurlijk niet aan de gang blijven hé. Dus andere mogelijkheden zijn interessant
Ik had juist vorige week een gelijkaardige berekening gedaan. Mijn conclusie was dat het surplus in jaarrendement (door de fiscaliteit) uitkwam op ongeveer 2.2%. Dus volledig in lijn met de conclusie hier.
Hoeveel bedraagt dat netto beroepsinkomen?
Voor het maximum van €2260 is bijna €35000 netto belastbaar beroepsinkomen nodig. Preciezere waarden vind je via fiscale simulatoren op het Web.
Het gaat hier niet over bruto of netto maar over “belastbaar inkomen”. Bovendien zou je hier kunnen concluderen dat LT niet interessant is. Alhoewel ik geen hoge pet op heb van verzekeringsfondsen, kan je met “degelijke” verzekeringsfondsen (TAK23) in Lange Termijnsparen wel mooie rendementen halen. Het probleem is die te vinden. Door de lage rendementen van Tak21 op dit moment, geraak je zelfs met de fiscale winst niet aan aantrekkelijke rendementen. En dat gaat nog heel lang duren. Om het aftrekbare maximum te berekenen: je neemt 6% van je belastbaar inkomen en je verhoogt dat met €112.50 en dat samen mag maximum … zijn.
Ben net terug van de bank (omwille van een overstap), en aangezien mijn lening een dik jaar terugbetaald is, begon men ook over langetermijnsparen. Ook al had ik voor mezelf uitgemaakt dat het niet interessant is, zeker omdat het geld nog +20 jaar vast staat, ben ik nu toch weer aan het twijfelen. Er zijn niet veel andere opties om minder belastingen te moeten betalen/meer te kunnen terugtrekken, terwijl het geld toch van u blijft. Ik ken alleen pensioensparen, maar dat heb ik al.
© 2012 - 2020 MijnKapitaal.be