Ik zet je af aan een grote middelbare school met de opdracht mij een lijst te bezorgen van de leerlingen die volgens jou later een masterdiploma zullen behalen. Hoe ga je tewerk?
Volgens mij kan je twee richtingen uit:
Ofwel stap je naar de directeur en vraag je alle rapporten van alle leerlingen op. Je weerhoudt enkel zij die steeds 80% behaald hebben op het einde van het jaar, en die bovendien nooit voor één vak onder de 70% gepresteerd hebben. Is de resulterende lijst nog te lang? Dan maak je de criteria nog wat strakker. Wellicht hou je geen rekening met de leerlingen van de eerste twee leerjaren, want die hebben nog niets bewezen. Je maakt je lijst op, op basis van je zelfgekozen criteria.
Ofwel bekijk je het ruime aanbod aan richtingen (klassen), en ga je elimineren: de richtingen metaal, houtbewerking en elektriciteit bijvoorbeeld, zullen weliswaar goede stielmannen voortbrengen, maar wellicht geen master-gediplomeerden. Zij vallen al af bij onze specifieke opdracht. De specialisaties economie, wiskunde en informatica, om er maar drie te noemen, hebben dan wellicht meer kans. Die klassen stap je binnen voor een onderhoud met de leerlingen. Sommige zullen je kunnen overtuigen van hun potentieel, andere niet. Je maakt je lijst op, op basis van je eigen inschatting.
Niets weerhoudt je om de twee methodes te combineren, natuurlijk.
In de financiële wereld heet de methode met de rapporten de kwantitatieve analyse. De tweede methode heet de fundamentele of kwalitatieve analyse.
Als Al Fonds fondsen door zijn screeningsysteem jaagt, dan duwt hij de NIW’s van het verleden er aan de ene kant in, en komen er een hoop cijfertjes aan de andere kant weer uit. Duidelijk kwantitatieve analyse.
De Morningstar sterren worden toegekend op basis van de positie van het fonds binnen zijn klas van gelijkaardige fondsen. De sterren kijken dus naar de prestaties in het verleden. Merk daarbij op dat het best presterende fonds in een neergaande categorie van fondsen nog steeds 5 sterren kan krijgen! Is de primus van een klas zwakbegaafden een toekomstige Einstein? Ik denk het niet. Oppassen dus, de toekomst staat niet in de sterren geschreven!
De essentie is dat hier gekeken wordt naar prestaties uit het verleden, om verwachtingen naar de toekomst toe te bepalen.
De Morningstar analyst rating (“Gold”, “Silver”, “Bronze”, “Neutral” en “Negative”) wordt niet door statistische formules berekend, maar door analysten van vlees en bloed toegekend. Zij kijken naar de kwaliteit van het fondsenhuis, de beheerder van het fonds, het beleggingsproces, het rendement en de kosten. Deze analyse probeert naar de toekomst te kijken; enkel de toekomst zal hen gelijk of ongelijk geven.
Ook Test-Aankoop bekijkt de economie over gans de wereld, en formuleert zijn adviezen op basis van regio’s, marktsectoren en/of munten die volgens hen een mooi toekomstpotentieel hebben en dus aankoopbaar zijn. Zij kijken naar de fundamenten van de financiële wereld.
De essentie hier is dat er gekeken wordt naar de situatie vandaag, om verwachtingen naar de toekomst toe te bepalen.
Het verleden verandert niet, het heden verandert voortdurend. Dat is de reden waarom portefeuilles gebaseerd op kwantitatieve analyse hun samenstelling minder wijzigen dan portefeuilles gebaseerd op fundamentele analyse.
Neem nu het Mixerfonds, waarvan de fondsen geselecteerd werden op basis van hun continu goede prestaties in het verleden. De verwachting (hoop) is dat dit in de toekomst ook zo blijft, zonder dat er veel aan gesleuteld moet worden. Je belegt op de lange termijn, en moet (bijna) niet verder opvolgen. Je dobbert rond op de oceaan en laat je door de stroming meevoeren.
Bij een samenstelling van regionale fondsen zoals bij de Test-Aankoop portefeuilles, moet je op het goede moment instappen en op het goede moment terug verkopen. Je belegt op de lange termijn, maar herschikt de portefeuille op korte termijn. Je zoekt steeds weer de juiste golf op de oceaan om op te surfen. Fondsen hier hebben niet noodzakelijk een schitterend verleden gekend.
Ik geef een voorzetje in het volgende deel 😉
In de jaren 90 ontdekte ik dat ik meer rente op mijn spaarrekening kon krijgen bij een andere bank dan mijn huisbank. De volgende stap in de zoektocht naar meer rendement was het overhevelen van spaargeld naar kasbons en obligaties. Door vervolgens mijn beleggingshorizon te verruimen en op zoek te gaan naar beleggingen voor onbepaalde tijd, ben ik bij fondsen terechtgekomen. Dit paste perfect in mijn filosofie van spreiding over verschillende activa.
Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
© 2012 - 2020 MijnKapitaal.be